Nieuwsflash | 05/07/2024 | Barbara Vanhoonacker
Bestuurders, managers, medewerkers, … opgelet: de aansprakelijkheid van de uitvoeringsagent wordt uitgebreid!
Boek 6 van het nieuw Burgerlijk Wetboek schaft de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagenten af, waardoor bestuurders, werknemers, en zelfstandige uitvoeringsagenten/medewerkers persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld door de contractpartij van hun opdrachtgever. Hetgeen voorheen quasi onmogelijk was. De wetswijziging heeft belangrijke implicaties voor, vb. de onderaannemer, het transportbedrijf, de arts-specialist die werkt in een ziekenhuis, etc.
De nieuwe wet werd op 1 juli 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en treedt in werking op 1 januari 2025.
a. Uitvoeringsagenten?
Er kunnen 3 categorieën uitvoeringsagenten/hulppersonen onderscheiden worden: (i) bestuurders van vennootschappen; (ii) werknemers en (iii) zelfstandige uitvoeringsagenten/medewerkers.
b. Huidig recht: de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent
In het huidig recht geniet de uitvoeringsagent een ruime immuniteit ten aanzien van de medecontractant van zijn/haar opdrachtgever. Zo kan een incompetente onderaannemer, die de funderingen van een woning niet diep genoeg giet, niet aangesproken worden door de bouwheer, zelfs niet voor zware technische fouten. Immers heeft de bouwheer enkel een contractuele relatie met de hoofdaannemer en kan de bouwheer de onderaannemer slechts in uitzonderlijke gevallen aanspreken op basis van buitencontractuele aansprakelijkheid.
De zeldzame buitencontractuele aansprakelijkheid bestaat enkel indien de onderaannemer een strafrechtelijke inbreuk pleegt of dat de gemaakte fout ook een schending van de algemene zorgvuldigheidsplicht uitmaakt en dat deze fout andere dan contractuele schade heeft veroorzaakt. In de praktijk, komt dit slechts heel beperkt voor, vandaar de term quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent.
c. Nieuw recht: de uitvoeringsagent ‘vogelvrij’?
De wet ter invoering van boek 6 “Buitencontractuele Aansprakelijkheid” in het Burgerlijk Wetboek, op 1 juli 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, laat de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent varen.
Artikel 6.3, §2 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (“BW”) stelt dat een benadeelde persoon de hulppersoon van zijn medecontractant kan aanspreken op basis van buitencontractuele aansprakelijkheid. De buitencontractuele aansprakelijkheid veronderstelt drie elementen: (i) fout; (ii) schade en (iii) oorzakelijk verband tussen de fout en schade. Artikel 6:6 Nieuw BW definieert een fout als schending van een wettelijke regel of van de algemene zorgvuldigheidsnorm.
Dit houdt in dat elke uitvoeringsagent (thans gedefinieerd als hulppersoon in het BW) aansprakelijk gesteld kan worden voor elke fout, die een persoon schade toebrengt en waarbij er een oorzakelijk verband bestaat tussen deze fout en schade.
d. Gevolgen?
We overlopen kort de impact van deze wetswijziging op de drie grootste categorieën uitvoeringsagenten/hulppersonen: (i) bestuurders van vennootschappen; (ii) werknemers en (iii) zelfstandige uitvoeringsagenten/medewerkers.
(i) Bestuurders van vennootschappen
Bestuurders bevinden zich tot en met 31 december 2024 in een comfortabele positie. Hun aansprakelijkheid ten aanzien van contractanten van de vennootschap is beperkt tot misdrijven en fouten die tevens inbreuk maken op de algemene zorgvuldigheidsplicht en die andere schade dan contractuele schade veroorzaakt, dankzij de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent.
In het toekomstig recht kan de bestuurder tevens door de contractspartij van de vennootschap aangesproken worden wegens zijn wanprestaties; bv. de bestuurder van een vennootschap die werknemers tewerk stelt, is gehouden om bedrijfsvoorheffing door te storten. Wanneer deze vennootschap dit niet doet, kan dit de aansprakelijkheid van haar bestuurder met zich meebrengen, (in het geval dat de bestuurder daarbij zelf een fout heeft begaan).
Toch biedt het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (“WVV”) nog enig soelaas voor de vennootschapsbestuurders; art. 2:57 WVV houdt een kwantitatieve beperking in op de aansprakelijkheid. Afhankelijk van de grootte van de vennootschap kan de bestuurder slechts tot een maximaal bedrag aansprakelijk gesteld worden. Let wel, de aansprakelijkheidsbeperking geldt niet voor gewoonlijke lichte fouten, zware fouten, bedrieglijk opzet, noch oogmerk om te schaden.
(ii) Werknemers
De impact van de afschaffing van de quasi-immuniteit op de aansprakelijkheid van de werknemers is eerder beperkt. De wetswijziging doet immers geen afbreuk aan artikel 18 van de Wet betreffende Arbeidsovereenkomsten, waarbij de werknemer ten aanzien van contractspartijen van zijn/haar werkgever enkel aansprakelijk gesteld kan worden wegens zijn/haar gewoonlijke lichte schuld, bedrog of zware schuld. Toch zal dit het mogelijke dagvaarden van werknemers als drukkingsmiddel niet in de weg staan.
(iii) Zelfstandige uitvoeringsagent/medewerker
De wetswijziging heeft belangrijke implicaties op de aansprakelijkheid van zelfstandige uitvoeringsagenten, vb. de onderaannemer, het transportbedrijf, de arts-specialist die werkt in een ziekenhuis, de advocaat die diensten verleent binnen een advocatenassociatie, de bank die betalingsopdrachten voor zijn klant niet tijdig verwerkt, de manager-natuurlijke persoon die diensten levert via een managementvennootschap.
Al deze uitvoeringsagenten kunnen vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet aansprakelijk gesteld worden door de medecontractant van zijn/haar opdrachtgever, waarbij dit voorheen quasi onmogelijk was. Zo zal ook de bouwheer zich kunnen richten tegen de incompetente onderaannemer, die een fout begaat bij het gieten van de funderingen.
e. Hoe hieraan remediëren?
Artikel 6:3 BW is van aanvullend recht. Derhalve kunnen contractspartijen afwijken van de principiële aansprakelijkheid van de uitvoeringsagent.
Zo kunnen contractspartijen bij wijze van een derdenbeding vastleggen dat de uitvoeringsagenten niet buitencontractueel aangesproken kunnen worden. Dergelijke bevrijdingsclausules, dienen nauwgezet opgesteld te worden om de strenge geldigheidstoets te doorstaan. Ook de uitvoeringsagent kan (en zal) er op staan dat zijn opdrachtgever zijn immuniteit opneemt in de overeenkomsten met zijn medecontractanten.
Daarnaast zal de uitvoeringsagent in de contractuele relatie met zijn opdrachtgever kunnen aansturen op vrijwaringsbedingen.
f. Inwerkingtreding?
Boek 6 van het BW treedt in werking op 1 januari 2025 en is van toepassing op alle schade verwekkend handelen dat plaatsvindt vanaf deze datum, ook al is de handeling gesteld in uitvoering van een overeenkomst die reeds voor 1 januari 2025 werd afgesloten.
Tijdig juridisch advies inwinnen, met het oog op een zo breed mogelijke uitsluiting van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de uitvoeringsagent is aldus aangewezen.
Wij bij TRUST-advocaten assisteren u hierbij graag. Contacteer ons op 051|23 13 53 of via info@trustadvocaten.be
Wenst u meer informatie?
Contacteer ons